Mijn eerste keer
17 januari 2015Onze grote vriend…..
31 januari 2015Deze week vind ik het erg moeilijk om, met mijn normale enthousiasme, een blog te schrijven. Mijn gedachten zijn er niet bij. Als ik mijn blog ga schrijven is mijn hoofd meestal “leeg” en kan ik me volledig concentreren op mijn verhaal.
Deze week dus niet. Mijn gedachten zijn steeds ergens anders. En ook al sta ik er eigenlijk ver van af, ik moet er steeds aan denken. Afgelopen week zijn er in onze buurt twee mensen gestorven. Jonge mannen van in de 50. Twee buurtgenoten die twee jaar geleden nog midden in het leven stonden en door ziekte hun hoop om te blijven leven zagen verdwijnen. Ik denk aan hun familie en vrienden die verdriet hebben. Vandaar dat ik deze week een mooi vers ter nagedachtenis aan hun wou plaatsen en op deze manier mijn steun wil betuigen.
DE VOGEL
Er was eens een man die zeven vogels had. Ze pronkten in gouden kooien.
De een zong nog mooier dan de ander.
Elke ochtend zongen ze voor de man en de vogel-man zong zijn mensenlied.
Maar op een kwade dag kwam een harde windvlaag door het geopende raam.
Een van de kooien viel om en brak. De vogel vloog verschrikt door het open raam, naar buiten.
De man was diep bedroefd want hij hield van de vogels alsof het zijn kinderen waren. De
achtergebleven dieren treurden om het verlies van hun beste vriend. Ze zongen niet meer, het
werd stil in de kamer, de ramen bleven dicht, de dagen gingen voorbij.
Tot op de dag de zon naar binnen scheen. Eindelijk durfde de man het raam weer open te
doen. Daar hoorden zij een lied, een vogel aan het raam, het was hun eigen vriend! Hij zong uit
volle borst, mooier dan ooit tevoren, mooier dan wie ook.
“Wees niet bedroefd”, zong hij, “ik ben gelukkig, ik kan hoger vliegen dan de hoogste boom en verder dan het verste bos, ik drijf op de wind, tot boven de wolken, tot dicht bij de zon, niet meer gebonden, niet meer gekooid!” Hij jubelde aan hun raam, aan traliën voorbij over wat hij in zijn vlucht voor hen al had gezien:
“Alles heeft zijn plaats en alles heeft zijn tijd, alles is aan het worden en jullie worden mee, het wordt zo mooi, zo mooi, maar vraag me nog niet hoe, zo mooi kan ik niet zingen.”
(Uit “Als vlinders spreken konden”, Yvonne van Emmerik)
Ik wens de families en hun vrienden en kennissen heel veel sterkte. Laat de mooie herinneringen in jullie hart voortleven.
Lieve groet,
Monique
2 Comments
mooi
Mooi gepast gedicht